Waar gaat het allemaal over?

woensdag 6 juni 2012

Voetbalvrouwing á la Maya

Gister bevond ik me in de ultieme branche in Nederland waar vrouwen nog aliens zijn: de voetbalwereld. Voor radio moest ik drie items maken met als thema sport. Na twee weken interne woede over het feit dat we niet gewoon het thema 'cultuur' hadden gekozen, besloot ik maar eens wat te gaan ondernemen. Die items zouden mij niet in mijn schoot geworpen worden en als ik volgend jaar nog steeds Journalistiek student zou zijn, was het wel van belang dat ik nu nog even mijn beste beentje voor zou zetten.

Ik belde de persvoorlichter van Jong Oranje op, gebruikte de magische zin: 'Ik ben een student aan de Hogeschool voor Journalistiek en ik wil graag een perskaart voor de wedstrijd van vanavond', soms zeg ik ook: 'Ik bel namens de Hogeschool voor Journalistiek...' dit staat allemaal iets professioneler dan: 'Hallo daar! Ik ben Maya, een spontane jonge meid die eerstejaarsstudent aan de Hogeschool voor Journalistiek is en ik vroeg me af of ik misschien een echte perskaart mocht voor de wedstrijd Jong Oranje tegen Jong Bulgarije. Iets met een foto van mezelf erop ofzo. Staat leuk voor in mijn plakboek. Ik wil er ook best voor betalen. Mocht dat nodig zijn. Ik weet niet of dat zo is. Ik doe dit voor het eerst. hihihihi'

Nougoed, perskaart geregeld, ik nam de trein naar Maastricht. In die trein was ik zo vol van het idee dat ik straks op de perstribune zou zitten naast allemaal keiharde sportjournalisten (mannen, misschien wel mooie mannen?) (ik was niet heel professioneel aan het dagdromen, ik geef het toe) dat de tijd voorbij vloog en ik ineens op het treinstation van Maastrich stond. Bus naar het stadion, uitstappen waar alle in oranje gehulde mensen uitstapten en even kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan dat ik geen oranje tulband had opgezet en mijn 'hoezo buitenspel?!' shirtje had thuisgelaten. Maar ik kon er niet lang bij stilstaan, moest door, want ik was keiharde voetbalvrouw van het goeie soort. (die dingen roept tijdens de wedstrijd waar mannen niet van denken: 'achh, kijk dat wiefje nou, die probeert ook mee te doen, wat schattig en strontirritant tegelijkertijd.')

De persingang, zo was mij vertelt, zat bij de hoekingang. Ik besloot het te vragen aan een paar politiemannen, want ik voelde me toch enigszins ongemakkelijk tussen al het oranje en testosteron geweld en wilde niet als hulpeloos teefje daar verdwaald rond huppelen.
'Hallo, mag ik wat vragen?'
'Dat doe je nu toch al?'
'Ha-ha, ja... Oké. Waar is de hoekingang (lul)?' (zei ik niet, dacht ik wil)
'Nou, dame, er zijn vier hoeken met ingangen. Daar is een hoek, daar is een hoek, daar is nog een...'
'Ja, ja. (ik raakte geïrriteerd) Maar ik bedoel de persingang.' (touché, had je niet verwacht hè, lompe limburgse politieman?)
'Oh, geen idee dame. Geen idee. Denk bij een van de hoekingangen en er zijn altijd... vííer hoeken, dus dan moet je even zoeken.'
'Goed. Nou, hartstikke bedankt hoor (droplul, eikel, klootzak, idioot, sukkel, impotente bosaap)!'

Na mijn innerlijk relaas over hoe ik van mening ben dat politiemannen altijd aardig moeten zijn, vooral tegen hulpeloze randstadjongeren verdwaald in Limburg, liep ik door en zocht bij de vier hoeken naar de persingang.

Ruim een half uur later vroeg ik uitgeput aan drie jongetjes met een camera of zij soms wisten waar die goddomde persingang was.
'Nee, wij zoeken hem ook.' antwoordde hij, zonder me aan te kijken.
'Goed, dan volg ik jullie.'
Zij schudde me behendig af en toen was een man met een laptoptas mijn volgende slachtoffer. 'Weet u misschien waar de persingang is?'
'Ik moest hier wachten.' alweer antwoord zonder me aan te kijken. Ik was wel blij met dit nieuwe kapsel, maar volgens mij heeft het niet het overweldigende effect op het andere geslacht waar ik op gehoopt had.

Uiteindelijk kwam ik de persruimte binnen en kreeg de schrik van mijn leven. Mannen. Overal mannen. Één vrouw, maar die leek op een man. Tjezus. Ik weet niet of ik me hier wel zo op mijn gemak voel. En wat weet ik eigenlijk van Jong Oranje? Waar ga ik het item over doen? Wat is mijn invalshoek? Wie is in hemelsnaam de coach? Hoe heet hij? Hoe staat het team ervoor? Wie spelen erin? Kutkutkut, dit had ik beter moeten voorbereiden.

Met mijn perskaart in mijn tas, plofte ik uiteindelijk op de perstribune die ik had gevonden door vriendjes te worden met de portier van de persruimte, de enige man in dit stadion die mij niet intimideerde. Ik had mezelf ondertussen in een razendtempo ingelezen en dankte de (niet geheel onaantrekkelijke) persman op mijn blote knieën voor de lijst waar de spelers op stonden. Let the game begin.

Hier is een klein feitje wat jullie moeten weten over de perstribune: het is er boring as hell. Ik was heel blij met de gezellige stagiar van de NOS naast me, want dan had ik nog iemand om tegenaan te lullen, maar verder is er geen zak aan. Iedereen zit daar maar een beetje te zitten. Ze juichen niet, doen niet mee aan de wave, kijken alsof ze met stokken worden geslagen als ze 2 seconden hun blik van het veld afwenden en hebben overduidelijk de dresscode doe-maar-normaal-dan-doe-je-al-gek-genoeg. (ben ik even blij dat ik m'n oranje tulband thuis heb gelaten, die had niet in mijn tas gepast en dan was ik nooit meer serieus genomen).

Tijdens de rust stond het 1-0 voor Nederland dankzij een penalty en werd ik vriendelijk gevraagd 'Dat kankerding bij haar weg te houden, want ze vond er geen zak aan.' toen ik met voicerecorder in mijn hand aan een meisje vroeg wat zij van de wedstrijd tot nu toe vond. Geen vrienden in de rokersruimte.

Er werd nog vier keer gescoord door Nederland in de tweede helft en mijn kennis over voetbal groeide verrassend dankzij de NOS stagiar die niet te beroerd was mij uit te leggen was buitenspel nou eigenlijk was en wie die goals had gescoord.

Na de 70ste minuut was mijn aandacht voor de wedstrijd wel voorbij en begon ik om me heen te kijken. Achter mij zat een jongen waarvan ik zweerde dat het een homo was en naast mij twee meiden die echt niet naar de wedstrijd waren gekomen voor het spel, maar overduidelijk voor de goeie broekjes en voetbalfans. Ik wilde hun dolgraag interviewen.

Ik: 'Wat vond je van de wedstrijd?'
Homoman: 'Ach meid, die wedstrijd kan me gestolen worden. Ik kijk liever naar de goeie benen en die lekkere persvoorlichter voor jou.'
Ik: 'Jaaa, heb je hem ook gezien? Wat een stuk hè?'
Homoman: 'Zeg dat wel. Jeetje. Ik heb elk goal gemist, omdat ik aan het fantaseren was over ons toekomstige huis met geadopteerd kind.'

Ik: 'Wat vonden jullie van de wedstrijd?'
Meisjes: 'Nou, ik vond vooral die nummer 10 een lekker ding en op nummer 7 zou ik ook wel een trucje kennen.'
Ik: 'Nummer 7 ja? Oh nee, die 10 snap ik wel, maar 7?! Kom op zeg. Meiden als jullie kunnen wel iets beters krijgen.'
Meisjes: 'Ja, denk je echt? Ik weet het niet hoor. Ik trek geen volle zalen, zeker niet met mijn dijen.'
Ik: 'Doe normaal man! Jullie zijn hartstikke mooi! Ik zou een moord doen voor jouw tieten en ik ben dik vier jaar ouder dan dat jullie zijn.'
Meisjes: 'Nou, laat je niet in de maling nemen hoor. Dit is push-up van Marlies Dekkers, als ik hem uitdoe heb ik niks meer over.'
Ik: 'Ach, zo zijn we allemaal begonnen. Je moest trots zijn op wie je bent en hoe je eruit ziet. Dit is nou eenmaal wat het is en vanuit mijn oogpunt is dat zeker een 10 waard!'

Leek me leuk. Maar ik vond dat ik me aan mijn missie moest houden: professionaliteit. Dus na de wedstrijd de persruimte in, persconferentie meegemaakt van de coach en daarna naar de Mixed Zone 'Waar spelers en pers elkaar ontmoeten.'. Wat wel leuk was, was dat de coach de gang inliep, mij aankeek, even stopte en toen zei: 'Zo, hallo.'. Ik weet niet waarom, maar het deed me goed.

Ik heb uiteindelijk Zeefuik getackeld en een interview met hem gedaan. Geen super spraakzame jongen, maar dat vond ik helemaal niet erg. Naar mijn mening had ik scherpe vragen gesteld en was ik trots op het feit dat ik met een voetballer had staan praten. Ookal vond hij zijn Blackberry interessanter dan het hele interview. (ik moet misschien toch écht wat aan dat kapsel doen, waar is mijn flipping mojo?).

Ik liep aan het einde weg van het stadion met kleine vlinders in mijn buik. Ik was zo blij dat ik dit gedaan had. Ik had me ondergedompeld in de woeste wereld der sportjournalistiek, geleerd wat buitenspel was, bijna een hele wedstrijd mijn aandacht erbij gehouden, een voetballer geïnterviewd en op de perstribune gezeten.

Maar hoe leuk het allemaal ook was en hoe graag ik ook een wilde meid in een mannenwereld wil zijn, de volgende keer dat ik vier uur reis,

is het voor de uitverkoop van push-up beha's van Marlies Dekkers.