Waar gaat het allemaal over?

maandag 19 december 2011

ode aan..

Wat ben ik heen en weer geslingerd tussen mijn meningen over jou. In eerste instantie kwam je over als een gladjakker. Zo eentje die knipoogt naar zichzelf in de spiegel. Brandend maagzuur kreeg ik ervan.

Daarbij kon ik dankzij mijn vader die meteen het licht (jouw licht) had gezien, geen maaltijd nuttigen of daar was je weer met je zwiepende haar en conflictvermijdend gedrag.

Later begon ik je programma stiekem te waarderen. Oké, je liet bijna nooit iemand uitpraten en viel nog steeds onder de naam ''zelfkicker'', maar je programma zorgde er wel voor dat ik op de hoogte was van de dingen waar iedereen het een dag later over had. Ik kon eindelijk meepraten. (dat was nieuw voor me, normaal knikte en ''ja,ja''-de ik een end weg)

Na deze kleine verandering van mijn mening hoorde ik ergens (volgens mij van mijn moeder, iemand die nooit over haar haat voor jou heen zal komen, geen idee waar het door komt) dat je hier en daar een scheve schaats had gereden. Een klap in mijn gezicht kan ik je vertellen. Ik begon je te waarderen! Ik zei goeie dingen over je als iedereen begon over hoe walgelijk je wel niet was en dan blijk je er zo één te zijn! Bah.

Het duurde even voordat ik hier overheen was. Bij alles wat er goed was aan je programma kon ik alleen maar denken: viezerik. Heel gemeen eigenlijk, maar zo werkt het nou eenmaal als je met je kop op de tv wilt.

De laatste tijd begon ik je weer leuk te vinden. Soms ben je net een klein jongetje en dat enthousiasme werkt aanstekelijk. Je ziet dat je iets doet wat je leuk vindt, daar heb ik bewondering voor. Zo wil ik later ook zijn.

Daarbij ben ik achter je ontzettend hete nageslacht gekomen (ja, dit soort dingen worden nou eenmaal over je zoon gezegd als hij met zijn kop in de Viva gaat staan) en daar wil ik toch even iets over kwijt: goed geschoten man, echt serieus, respect.

En vandaag heeft mijn mening over jou voor altijd een vaste vorm aangenomen. Een interview gehouden door Wilfried de Jong met jou in de Park (nieuw tijdschrift wat je moet kopen, echt, heel leuk). Je vertelde over hyperventilatie en dat het jou soms ook teveel wordt. Je zei: ''Misschien ben ik dan ook niet altijd helemaal eerlijk over wie ik ben: nou en? De enigen die daar recht op hebben zijn mijn vrouw en kinderen (waaronder mijn goddelijke zoon) (okeee, dat zei hij niet), en dat vind ik al moeilijk genoeg.'' 

Dat vind ik ballen. Eerlijk ook.

Ja, Matthijs van Nieuwkerk het heeft me heel wat momenten van ergenis en verwarring bezorgd, maar ik ben eruit:

wat een toffe peer ben jij.

Ik hoop dat ik ooit ook elke dag op tv kom en nog steeds te verdragen ben.

dinsdag 13 december 2011

ik moet helemaal niets

De studie Journalistiek is hartstikke leuk. Soms twijfel ik of ik wel kritisch, hard en nieuwsgierig genoeg ben, maar over het algemeen heb ik het gevoel dat het wel goed zit. Althans, had ik het gevoel dat het wel goed zat.

Voor deze tentamenweek moeten wij leren uit een boek dat heet: Basisboek Journalistiek. Het heeft een saaie voorkant, geen plaatjes (vind ik altijd een domper, misschien kinderachtig, maar plaatjes nodigen toch uit tot lezen), de ondertitel is 'achtergronden, genres, vaardigheden' (ook niet echt iets waarvan ik denk: ik móet dat boek nú openslaan, want godhemeltje wat spannend) en het is geschreven door twee mannen uit de praktijk. In principe zou het een leuk boek kunnen zijn. Oké, geen plaatjes en vooruit een saaie ondertitel, maar het had zomaar een soort 'journalistiek voor dummie's' met allerlei tips en trucs en weetjes uit het verleden kunnen zijn. Toch?

Ik begon te lezen terwijl er een tweestrijd in me woedde. De ene kant zei ''Geef dat boek verdomme een kans, je wilt toch journalist worden? Dan is dit júíst iets wat je interesse moet wekken!'' de andere kant zei ''Denk eens even na Maya. Dit boek is boring as hell en dat ziet een blinde nog, ga lekker de nieuwste aflevering van de co-assistent op internet kijken. Misschien geen journalistiek, maar daar word je wel gelukkig van.''. Na twee bladzijde was de tweestrijd voorbij en was ik vooral heel erg boos.

Het boek was op zich niet verschrikkelijk saai geschreven en oké, het had wel wat, maar één ding deed mijn bloed kolken. Om de twee seconde las ik: ''een journalist moet..'' ''als journalist moet je..'' ''een echte journalist moet..'' ''je moet als journalist...''. Hier was ik al bang voor. Dit boek is uiteraard geschreven door twee kalende vijftigers die het klassieke beeld van een journalist nog voor ogen hebben en die hun neus ophalen voor alles wat niet onder de noemer 'keiharde journalistiek' valt. Mannen die ons bang willen maken voor het beroep zodat we harder gaan werken en zo hopelijk de beste journalist worden die we kunnen zijn. Een romantisch idee mannen, maar ik zal jullie even uitleggen hoe het écht werkt in het hoofd van een journalist in opleiding:

''als journalist moet je...'' oh shit. Zo ben ik helemaal niet. Ik heb dat ook niet, wil dat niet, is dit wel de studie voor mij? Wat doe ik op deze opleiding? In hemelsnaam wat bezielde me om dit.. ''een journalist moet..'' ja jéééézus, dit ben ik ook al niet. Dit is volledig niet-mij (wat een verschrikkelijke uitdrukking, oké, dit zou ik nooit denken, maar hij past er zo lekker tussen) Het interesseert me allemaal geen reet. Dit is foute boel hoor, zo hoort het niet te zijn. Maar zijn er echt mensen die bij dit denken.. ''je moet als journalist..'' natuurlijk, deze eigenschap heb ik ook niet. Zo zit ik niet in elkaar. En toch weet ik heel zeker dat ik journalist wil worden, dat ik het ook kan. Ik hou van schrijven, ik ben best een kritisch iemand, ik vind het interessant om te kijken wat er speelt in de maatschappij en daar over te schrijven, ik.. ''een echte journalist moet..'' ''je moet je als journalist..'' ''als dat je niet interesseert ben je als journalist niet op je plek..'' ''wat je moet doen als goede journalist..'' JOH, wat weten jullie er nou eigenlijk van?! Stelletje kalende nitwits uit het stenen tijdperk, ik bepaal zelf wel wat mijn journalistieke kwaliteiten zijn. Jullie zeggen dat als je die hele waslijst die je zogenaamd móet zijn niet bent, je geen goede journalist kunt worden?! Nou, jullie kunnen mijn rug op! En dat stomme boek ook. Na dit blok ga ik hem ritueel verbranden en de asresten verstrooien door de hoorcollegezaal. BAM! Een beetje mij onzeker maken over mijn studiekeuze. Lekkere motivatie, dit is toch geen opleidingsboek? Weet je wat ik vind? Dat je als docent, of schrijver van vakbasisboeken, studenten enthousiast moet houden over hun opleiding. Dat je ze een zetje in de goeie richting moet geven en ze zeker niet zo onzeker moet maken dat ze alleen maar kunnen denken dat een geslaagde loopbaan in dit vakgebied ver buiten hun bereik ligt. Ik bedoel, laten we eerlijk zijn: iedereen kan journalist worden. Het is zo breed dat er voor iedereen wel een plekje is waar hij of zij zich thuis kan voelen. Waarom zou een redacteur bij de Viva Mama minder waard zijn dan een redacteur van de NRC? Ja, die schrijven serieuzere stukken, klopt, zij moeten de nieuwsfeiten achterna, klopt, maar de Viva Mama redacteur moet bekijken wat er speelt onder de doelgroep, daar een onderwerp bij bedenken, een originele invalshoek, haar creativiteit gebruiken. Het is anders, maar niet minder belangrijk. Ik zie jullie verdomme nog geen interessant artikel schrijven over het opvoeden van een autistisch kind!

Vandaar mijn advies aan de kalende basisboek schrijvers: get off your high horse. Laat iedereen in zijn waarde en strooi niet met regels waar iedereen die journalistieke ambities heeft zogenaamd aan móet voldoen. Niemand schiet er wat mee op en wie zegt in hemelsnaam dat jullie de wijsheid in pacht hebben? NOU?!

Jeetje, ook al weet ik dat geen van de twee kalende mannen dit ooit zal lezen: het lucht op. Even mijn ei kwijt. (vind ik ook zo'n maffe uitdrukking, alsof ik net een ei op hun hoofd heb uitgepoept)

En nu met frisse moed en in mijn hoofd een bandje op repeat dat schreeuwt ''ik moet helemaal niks kalende strijders der saaiheid!'' verder lezen.

Zoals een échte journalist dat hoort te doen.

dinsdag 29 november 2011

wees nou effe eerlijk

De nieuwe CD van Amy Winehouse is uitgebracht. Bij DWDD hadden ze het erover en werd artieste Amy met tien veren in d'r reet de hemel in geprezen. Kijk, ik vind heus ook dat het geen zin heeft om iemand postuum nog een trap na te geven, maar je moet wel eerlijk blijven.

Amy Winehouse was een fantastische zangeres, zeker waar, ze maakte waanzinnig swingende liedjes die ook ik grijs heb gedraaid, maar een concert van haar bezoeken was al na twee hits af te raden. La Winehouse heeft nooit meer zonder wine op het podium gestaan. Een zwalkende spaghettisliert die ergens vaag iets weg had van die mooie vrouw die ze in het begin was. Het publiek kende haar liedjes beter dan zij en tussendoor hield ze pauzes om een kwartier later het podium op te strompelen. Haar backing vocals probeerden nog iets te redden van de goed geschreven liederen, maar vaak was het kwaad al geschied. 

Zeker in Belgrado, nadat ze eindelijk 'yes' had gezegd tegen rehab. Mensen hadden kromgelegen voor die kaartjes, maar dat liet Amy koud. Ze gooide er alsnog teveel flessen in en zwalkte over het podium, flirtte met haar backing zanger en sleurde hem zelfs naar de microfoon, omdat ze zelf de tekst niet meer wist.

Nu wordt er bij DWDD over haar gesproken als de grootste zangeres van onze tijd en over hoe meesterlijk ze wel niet was, terwijl ik vind dat je ook best mag zeggen: ja, ze was goed, maar wel snel over haar houdbaarheidsdatum heen. Als fan van Amy had je het namelijk echt niet makkelijk. Je kon best naar een concert gaan en uren buiten in de kou wachten om vooraan te staan, maar de kans dat je gedurende de hele show de angst had dat ze over je heen zou kotsen, was aanwezig.

Concerten horen nou eenmaal bij een artiest. Ze bleef ze ook geven. We hadden in de Merz zelfs allemaal liedjes van Amy Winehouse in de computer staan waarbij een clip van een concert zat. Dan hoorde je tijdens het uitserveren van 'de kip en de gei' ineens je trommelvliezen knappen, omdat Amy een uithaal deed met d'r dronken kop. Vals en uit de maat.

En natuurlijk hoef je niet eindeloos te herhalen wat iemand fout heeft gedaan. Ik bedoel, ik hoop ook dat als ik straks heen gegaan ben dat mensen het niet alleen maar hebben over het feit dat ik altijd te laat was, teveel at als ik me rot voelde, strontchagrijnig kon zijn, slechte grappen maakte, mijn kamer nooit opruimde en verjaardagen vergat. Maar ze mogen best eerlijk zijn. 'Ik vond ooit beschimmelde koffie op haar kamer, maar daar hebben we samen keihard om gelachen.' 'Ja, ze was mijn twintigste verjaardag vergeten, maar belde me de dag daarna en heeft tot in den eeuwigheid haar excuses aangeboden.' 'Ze was zo nu en dan strontchagrijnig, maar als ze een goeie bui had was ze best okè.'

Hard misschien, maar wel eerlijk. Wees maar eerlijk. Ook over Amy. Ze was fantastisch, ik vond haar ook te gek, maar ze was een junkie. Dat is nou eenmaal zo en we hebben er met zijn allen van gesmuld toen ze nog leefde. We konden geen genoeg krijgen van de filmpjes waar ze weer eens languit op haar gezicht ging op het podium of als ze met kleine oogjes zich als een josti stond te bewegen terwijl ze hele coupletten vergat te zingen. We hebben er om gelachen en schande over gesproken, dus doe nu ook niet zo schijnheilig en zeg het zoals het is: Amy Winehouse was een fantastische zangeres..


op CD.

donderdag 24 november 2011

hoeist?

Soms bedenk ik wel eens variaties op standaard situaties. Gewoon om de boel wat interessanter te maken. Vandaag wil ik het graag hebben over mijn diepgewortelde haat aan 'hoeishet?'. Mensen vuren het op je af, terwijl ze niet geïnteresseerd zijn in het antwoord en ik ook helemaal niet eerlijk antwoord wil geven. Als je iemand tegenkomt is het heus een leuk begin van een gesprek, maar dan moet het wel een spraakzaam iemand zijn. Als je namelijk het hele 'hoeishet?' riedeltje al hebt gehad en daarna wordt het stil, ja, dat is dodelijk. Zo pijnlijk dat je bijna onopvallend wilt wegrennen. Iets wat nagenoeg onmogelijk is.

Ik heb er lang over nagedacht hoe ik het kon veranderen. Het liefste heb ik dat alleen mensen die het echt interesseert vragen hoe het met me gaat. Dat doe ik namelijk ook. Ik vraag niet aan de eerste beste uit-de-klei-getrokken vage kennis: 'hoeishet?'. Dat interesseert me namelijk geen reet. Nou heb ik volgens mij een redelijk goede manier gevonden om deze situaties te vermijden. 

'Hee, jij ook hier.' (vage uit-de-klei-getrokken kennis)
'Hee, ja.' (ik)
'Goh, joh, hoe is het?'
'Nou, ik ben blij dat het vraagt, ik zit echt helemaal niet lekker in m'n vel. Ja, weet je wat het is. Ik ben gewoon niet gelukkig. Ken je dat? Echt niet gelukkig. Gewoon dat ik denk: jeetje wat ben ik ongelukkig. Het zit zo diep hè, ik bedoel ik kom er niet van af. En ik word er nogal wanhopig van. Laatst heb ik zelfs een scheermesje op mijn bovenbeen gezet. Zoveel mensen doen het dat ik dacht: misschien helpt dat  me wel. Maar nee, niks helpt.'
'Jeetje.'
'Ja, sorry, maar je maakt dit allemaal bij me los. Mensen vragen bijna nooit écht geïnteresseerd aan mij hoe het gaat, maar bij jou zag ik gewoon in je ogen dat je het écht wilde weten. En ja, dan ga ik hè. Je kent het wel.'
'Nou.. ik..'
'Maar als dat duistere gevoel en die grijze mist in mijn hoofd alles zou zijn had ik het nog wel kunnen handelen, maar néé, nou is gister ook nog eens mijn hond Bobbertje overleden. Ja, Bobbert. Verdorie, ik schiet helemaal vol. Sorry hoor.'
'Als je het niet wilt vertellen is het ook goe..'
'Nee, nee, ik moet het juist kwijt joh. Ze zeggen toch altijd dat er over praten helpt. Dus nou, dan doen we het maar hè. Bobbert, och hij was altijd zo vrolijk hè. Als ik dan thuis kwam sprong hij met zijn drie poten op me. Bobbert had maar drie poten. Ja, heel sneu verhaal. Ik zal het je vertellen, want jij houdt ook van honden natuurlijk.'
'Nou..'
'We waren op vakantie. Een prachtige vakantie naar Drenthe, heel interessante fietsroutes gedaan. Mooi daar, móói, je kunt het niet voorstellen. Wij hebben in ons eigen landje echt wel goeie uitzichten. Mensen willen altijd maar naar het buitenland voor de vakantie, naar de zon, nou ik heb me prima vermaakt in mijn regenponcho hoor, heb ik niks van. Lekker banjeren door de bossen. Oh Bobbert hield ook altijd zo van.. daar ga ik weer. Oh man. Het is zo'n verlies hè? Zulke pijn gaat door merg en been. Maargoed, Bobbert was mee natuurlijk. Lekker bij ons in de caravan, vond ie heerlijk. Maar mijn zusje had dus een vriendinnetje meegenomen naar de camping. Best een lief kind, maar ze zat constant op haar tuinstoel te wippen. Mijn moeder had al een aantal keer gezegd: dat moet je niet doen, straks val je achterover. Zij luisterde natuurlijk niet en ja hóór, daar ging ze. Ondersteboven op onze Bobbert. Hartstikke zielig. Had hij zijn been gebroken en dat was zo erg dat het meteen geamputeerd moest worden. Wij dat kind op de trein gezet, want mijn vader was in alle staten, en met Bobbert naar de dierenarts in..'
'Sorry, maar ik moet écht gaan. Ik moet.. eh.. mijn trein halen!'
'Oh echt? Nou meid, je moet me maar eens smsen, spreken we wat af. Kunnen we lekker bijkletsen.'

Zo.

Dit zal ze wel leren om te pas en te onpas de ''hoeissutt??'' vraag op mensen af te vuren.

Hmm.. zal ik diegene aan het einde ook nog een knuffel geven terwijl ik snik 'Zo fijn dat ik even mijn hart bij je mocht luchten, je bent een goed mens, weetjedat?' of is dat te overdreven?

Nouja, ik ga hem in ieder geval uit mijn hoofd leren en daarna de ballen kweken om het ook echt bij iemand te doen. 

Vind het nu al leuk. 

zondag 20 november 2011

lichamelijke onzekerheden

Ik kan uren naar mijn buik kijken. Mijn gezicht op standje zéér kritisch en zien hoe ik hem uit zet en in hou, uit zet en in hou. Zo is hij nu, zo moet hij worden.
Het komt wel eens voor dat ik op zo'n moment diep in de put raak, dan denk ik: potjandorie, had je nou niet gewoon één rollade minder kunnen zijn?

Als ik zo'n bui heb krijg ik de zieke drang om ook bij anderen naar lichamelijke minpunten te zoeken. Ik maak dan dankbaar gebruik van de Anybody in de Viva. De eerste paar keren dat ik het tegenkwam schrok ik me rot. Zit je heel onschuldig te bladeren door je net aangeschafte tijdschriftje kijk je ineens regelrecht in de flamoes van Anneke (23). 
Tegenwoordig zoek ik het soms zelfs op. 

Als het een mooi lichaam is lees ik het niet altijd, zeker niet op onzekere momenten. Als ik dan hoor dat Anneke (23) zich doodschaamt voor haar kleine linker teen, dan kan ik niks anders dan denken: 'Ik wou dat er alleen iets mis was met mijn kleine linker teen. Wat zeg ik, al was er alleen maar iets mis met mijn grote linker teen, ik heb een hele buik waar ik mij zorgen om maak ja, Anneke! Met je lelijke tenen!'

Als het zusje van Moby Dick daarentegen op twee zwart wit foto's staat afgebeeld dan lees ik maar al te graag hoe ze worstelt met haar tegen elkaar schurende dijen en hoe ze al tien jaar haar voeten niet meer kan zien als ze recht op staat.

Vandaag gebeurde er alleen iets geks. Na een heftige buikkijk partij van plusminus vijf minuten pakte ik de Viva van deze week erbij en ging naar de Anybody. Een waanzinnig mooi lichaam lachte me tegemoet. Ik kon gewoon niet stoppen ernaar te kijken en God te vervloeken dat hij mij niet zo geschapen had. Volle borsten, platte buik, slanke benen, zelfs mooie handen, deze vrouw heeft het allemaal. Wat moet die gelukkig zijn!

Maar nee. Helemaal niet. Ze vond haar bovenlijf te lang in verhouding met haar onderlijf en haar bovenbenen te dik om mooi te staan bij haar slanke taille. Hoe is het mogelijk? Heb je alles wat een vrouwenhartje begeert, durf je nog ontevreden te zijn! Ik heb gewoon zin om alle vrouwen in Nederland met een maatje 38 of hoger op te bellen om met brandende fakkels voor haar huis te gaan staan.

Nadat ik in mijn hoofd een tirade had afgevuurd op Kim (25) bedacht ik me ineens dat je jezelf dus heel anders ziet dan hoe anderen jou zien. Dat heeft natuurlijk heus iemand wel eens tegen me gezegd, maar dit was het bewijs. Als ik naar mezelf kijk zie ik een hobbit met een dikke buik die wenst dat ze Kim's figuur had. Maar als Kim naar zichzelf kijkt ziet ze buitenproportioneel dikke bovenbenen naast een slanke wespentaille.

Dat besef maakte me gelukkiger dan welke cellulitisbenen of armkwabben dan ook. Waar heb ik me al die tijd toch zo druk om gemaakt? Mensen zien mij heel anders.

Ik heb daarom besloten geen buikkijksessies meer te houden. Ik ga me pas weer zorgen maken over mijn lijf als ik voor een jongen sta en hij zegt:

''Sorry mop, trek maar weer aan, want die buik is écht geen gezicht.''

donderdag 10 november 2011

a one way ticket to love

Sinds onze zevenmiljardste wereldbewoner geboren is, loop ik rond met een prangende vraag. Het klinkt misschien alsof het er geen reet mee te maken heeft, maar:

Hoe ver wil ik gaan voor de liefde?

Dat bedoel ik letterlijk. Soms lig ik wel eens onder een dekentje op mijn tweepersoonsbed gefrustreerd te wezen. Ik ben dan boos omdat ik nog steeds vrijgezel ben, terwijl ik toch stiekem gehoopt had dat ik in Utrecht op slag verliefd zou worden op één of andere hete buurman (/vrouw/hond/cavia, maak er wat van). Ik vond zo'n potje zelfmedelijden op bijvoorbeeld de dinsdagmiddag normaal hartstikke lekker. Maar sinds de geboorte van wereldbewoner nummer zevenmiljard begin ik het een beetje belachelijk te vinden.

Ik bedoel, ik kom uit Spijkenisse (72.321 inwoners) en woon dan nu in het iets grotere Utrecht (312.634 inwoners) (eigenlijk een heel stuk groter dus). Als ik iedereen uit beide steden zou kennen, wat onmogelijk is, dan zou ik om precies te zijn 384.955 mensen kennen. Dat is 0.0055% van de aardbewoners. Dat is verdomde weinig. Waarom doe ik er gefrustreerd over dat daar geen grote liefde tussen zit? Ik moet niet sippen onder een dekentje, ik moet er op uit!

Ik ben trouwens nadat ik me dit besefte wel radicaal van het hele ''de ware'' verhaal afgestapt. Dat maakte me namelijk zo depressief dat ik juist alleen maar onder dat dekentje wilde wegrotten. Eén ware op zevenmiljard mensen is als zoeken naar een goedkoop paar laarzen bij de Invito. Niet te doen.

Daarom geloof ik sinds kort in meerdere ware's (wares? waren? wareën?). De vraag blijft alleen wel: waar zitten ze? Zodra ik mezelf dit soort vragen ga stellen krijg ik altijd gruwelbeelden voor me. Heel vervelend, want dat zaait paniek.
In dit geval had ik dat dus ook en toen ik me afvroeg waar mijn ware's zich schuil zouden houden, was mijn eerste gedachte: 'zul je zien dat die van mij weer in Jakutsk wonen'. Jakutsk is een Russische stad waar Google heel speels over zei: voor de mensen die de kou missen, ga naar Jakutsk!

Dan raak ik meteen al in panikerende toestand. Dan zie ik voor me hoe ik hopeloos probeer een ticket te boeken naar Jakutsk, maar dat het niet kan omdat mijn koffer gevuld met berenvellen en bontjassen te zwaar is. Als ik daar dan eindelijk aankom, blijken er in Jakutsk toch aardig wat mensen te wonen, moet ik iedereen af. Telkens in dezelfde jas ook, dat gaat hartstikke stinken. Heb ik mijn prins eindelijk gevonden, kan ik niet met hem praten, want ik spreek geen woerd Roessisch. Dat is ook niet makkelijk. Hij vindt me eerst nog wel leuk in mijn berenvel, maar als hij erachter komt dat ik meer een talendeuk dan knobbel heb, wil hij van me af. De taal van de liefde is natuurlijk weer niet genoeg voor mijn Jakutsketese liefde. Ik wil niet bij hem weg, hij raakt verslaafd aan de wodka etc.etc. drama etc. nog meer drama etc. drama. etc. ik weer zielig onder het dekentje in Utrecht etc.

Hier word ik dus moe van.

Ik moest van dat schrikbeeld af en daarom heb ik mezelf afgelopen zondagavond verplicht om Grenzenloos verliefd te gaan kijken. Gewoon om te zien hoe ver anderen gaan voor de liefde. Nou, ik kan je vertellen: heel ver. Het meisje ging in Marokko wonen, naast de woestijn, in een half soort huis zonder dak en met een hurkwc (ga ik niet uitleggen, té naar). Het leek allemaal verschrikkelijk, maar ze hadden één ding dat mij natuurlijk weer lekkende ogen bezorgde. Ze hadden liefde.

Dat was het moment waarop ik dacht: ik ga reizen. 

Ik zal genoodzaakt zijn om door die cultuurschok te gaan. Om mijn spullen te pakken en écht ver te gaan voor de liefde. Zolang ze er geen hurkwc's, spinnen, poephutjes, vrouwenonderdrukking, onbegrijpelijk alfabet, wollen maandverband, lendedoekjes, rituele slachtingen, kerkelijke staat, oorlog, politieke spanningen, dictatuur, ijsberen, iglo's, homohaat en jungles hebben, vind ik alles best. Ja, dames en heren, dan ga ik ervoor. Reizen voor de liefde naar ergens hier heel ver vandaan, ergens waar ik normaal niet dood gevonden zou willen worden.



Groningen ofzo. 

zondag 6 november 2011

een intellectueel half uurtje

Laatst heb ik in de kringloopwinkel een boekje gekocht waar honderd grote Nederlanders in opgenomen zijn. Het gaat van een, voor mij totaal onbekende, politicus uit de vorige eeuw tot aan Herman Brood.

De reden dat ik dit boekje heb gekocht is omdat mijn algemene ontwikkeling niet bepaald iets is om over naar huis te schrijven. Ik heb zelfs tot een paar jaar geleden gedacht dat ''publieke omroep'' een scheldwoord was.

''Jij vunzige publieke omroep. Ga weg met je stoffige praatjes en lelijke presentatoren!''

(Andries Knevel, Ivo Niehe, Paul Witteman, Sven Kockelmann etc. etc.)
(jullie snappen natuurlijk ook dondersgoed dat de etc.etc. er alleen maar staat omdat ik verder niemand kan bedenken, maar ik weet zeker dat als ik me blijf verdiepen in de omroepen voor het publiek dat ik er dan zo nog zeven uit mijn mouw schud)

Dat bleek niet zo te zijn en sinds ik ook nog eens gekozen heb om een eventuele carriere te beginnen in de wereld der publieke omroep heb ik besloten wat achterstallig onderhoud in te halen. Zo probeer ik intelligentere woordkeuzes te maken, ofwel de chique taal in mijn dagelijks leven te integreren. (oké, het is nog niet helemaal op het niveau waar het hoort te zijn voor een journalistiek student, maar de eerste stappen zijn dan ook de moeilijkste) Ik sta hierbij herhaaldelijk voor lul (ik weet gewoon simpelweg niet hoe ik dat anders kan zeggen), want soms gebruik ik ook woorden op de gok en blijken ze niet helemaal in de context te passen waarin ik ze heb geplaatst. Maargoed, ik doe mijn best.

Een tweede ding is dus bekende Nederlanders leren kennen. Ik heb te vaak in gesprekken gezeten waar iedereen het over een BN'er heeft waar ik nog nooit van heb gehoord. Sterker nog, als een jaar geleden mijn nieuwe buurvrouw zich had voorgesteld als Clairy Polak, dan had ik geknikt en gedacht: ''Dat is een achterlijke naam. Zou ze een Oostblokse zijn die hier in de prostitu...' Niet gelachen en gezegd: ''Goeie buurvrouw! Zeker aan het bijkomen van je ontslag bij Nieuwsuur hè! Zullen we samen de boobies van Eva Jinek om d'r nek knopen? Nee, dat is een dolletje ha-ha, hoe heet je écht?''
Bij het leren kennen van deze bekende Nederlanders gaat het kringloopboekje mij helpen.

Het enige probleem met dit hele zelfontplooiings gedoe is dat ik weinig tijd heb. Gelukkig heb ik de oplossing gevonden. Clairy polak (nu we het toch over d'r hebben) heeft een programma genaamd 'de waan van de dag'. Hierin behandeld ze allerlei journalistieke knelpunten en het nieuws van de afgelopen week in een half uur. Een programma dat bijna schreeuwt: ik til jouw algemene ontwikkeling naar een heel nieuw niveau.

Ik heb dan ook besloten om 'de waan van de dag' te gaan kijken met mijn honderd bekende Nederlanders boekje op de schoot (mocht er iemand voorbij komen waarvan ik nog nooit heb gehoord, dan zoek ik die meteen op) (en dat gaat sowieso gebeuren..) en een kijkpartner naast me waarmee ik in chique taalgebruik kan discussiëren over de onderwerpen die Clairy met haar gasten aansnijdt. Kost me maar een half uurtje per week, dankzij uitzendinggemist kan het op elk gewenst tijdstip en ik ben meteen hard op weg om een intellectuele volwassene te worden.

Ik snap dat je nu denkt dat ik vast al meer dan genoeg kijkpartners heb, maar niks is minder waar. Op de één of andere vage manier krijg ik weinig mensen warm voor mijn intellectuele half uur, zoals ik het heel speels noem. Maar heb jij zin in een half uur Clairy Polak en Maya van As? Stuur dan een mailtje naar:

hetintellectuelehalfuur@samenwerkenaaneenintellectuelernederland.com 

Ik hoor graag van je.

dinsdag 25 oktober 2011

niet zo zen

Ik voel me vaak ongemakkelijk als ik nieuwe mensen ontmoet of op onbekende plekken kom. Dat vormt de afgelopen twee maanden nogal een probleem aangezien hier in Utrecht alles nieuw is. Ik word onzeker, ga stamelen of juist spraakwatervallen, weet me geen houding te geven, lach om grapjes die ik niet grappig vind, alleen maar omdat ik niemand wil kwetsen, kut een beetje aan en ben uiteindelijk gesloopt en chagrijnig van alle ongemakkelijkheid. Deze chagrijnigheid zorgt voor nog een negatieve bijwerking, namelijk jaloerse gevoelens jegens iedereen die wel gewoon normaal kan doen in wat voor situatie dan ook. Mensen die gewoon, kalm zijn. Geen chaos, geen hard gepraat, kalme mensen.

Want dat is mijn probleem: ik ben niet zen. Sterker nog, ik ben het tegenover gestelde van zen. Geen idee wat het is, denk dat het in de buurt komt van een ADHD stoornis, maar zo ben ik en daar moet ik van af. Als ik ooit rustig nieuwe mensen wil ontmoeten of op een vreemde plek wil zijn, is het van groot belang dat ik zen word. Mijn ongemakkelijkheden verdrijf. Mijn aura reinig. Mijn ware ik ontdek.

Goed, geef het een naam, ik moet rust vinden.

Dus ik zit erover na te denken om aan yoga te beginnen. Mijn ultieme vorm van rust is iemand die in de, voor mijn x-benen onmogelijke, lotushouding zit, ogen dicht en lekker yogaën maar. Of is dat weer mediteren? Ik weet het eigenlijk niet, maar zoiets wil ik gaan doen.

Dit besefte ik me net pas en toen ben ik eens even flink gaan surfen. Mediteren Utrecht, Yoga Utrecht, Yoga en meditatie Utrecht, Goedkoop Yogaën in Utrecht, Gratis Yogalessen (ik blijf een arme student natuurlijk), ik heb google met van alles en nog wat bestookt. Er kwamen alleen peperdure cursussen uit. Best logisch, want in deze duistere tijden vol crisis en angst wil natuurlijk iedereen wel zen worden van een cursusje yoga op de maandagavond. Alleen ik vind ook dat als je zo zen, boeddhistisch verantwoord en niet om materiële dingen gevend bent, dat je niet moet piepen om een gratis lesje te geven. Déél die verdomde zenheid. Help me toch in jezusnaam mijn aura te reinigen. En niet voor vijftien euro per les, maar voor niks, simpelweg omdat je ronddwalende, chaotische geesten wilt helpen. Ik vind het te belachelijk voor woorden dat ze hier nergens een buurthuis hebben waar je voor 5 euro per les je innerlijke rust kunt vinden!

Weetje, dan blijf ik liever mijn chaotische zelf. Daahaag, ik ga geen tonnen uitgeven aan zoiets. Ik zal in de kringloopwinkel even kijken of ik ergens een boekje ''mediteren voor dummie's'' kan vinden en als zelf dat teveel gevraagd is kunnen ze helemaal mijn rug op. Stomme zenners.

BAH!

dinsdag 18 oktober 2011

zware shit

Chanine en ik hebben vandaag Utrecht onveilig gemaakt. En hoe. We hebben onze haren los gegooid, (althans Chanine dan, bij mij viel er weinig los te gooien) de stoute schoenen aangetrokken en ons als beesten gedragen.

Het begon allemaal met het Centraal Museum en aansluitend het Dick Bruna huis, waar ik een Nijntje in burka heb getekend. Na zevenduizend nijntjes en red bull blikjes hebben we het avontuur voortgezet in de kringloop winkel. Tussendoor is er een kleine chilling gezet in mijn kamer en als klap op de Utrechtse vuurpijl zijn we naar de sneak preview geweest in het Rembrandt.

Goed. Noem ons kneuterig, noem ons burgelijk, maar ik was gelukkig vandaag. Heel erg gelukkig. Met alle nijntjes, cheesecakes, kringlooptroep en natuurlijk met mijn favourite blonde of all times, Cha to the nine.

Ik lees net wel mijn de weblog over het schortje terug en begin me een beetje zorgen te maken over het feit dat ik weliswaar doorsla in de burgelijkheid. Ach, ga ik wel weer stappen donderdagavond. Is die imagoschade ook weer herstelt.

Ik heb het maar zwaar.

maandag 17 oktober 2011

niks heldhaftigs aan

Op mijn achttiende kreeg ik, net als de rest van Nederland, een brief door de bus of ik mijn organen af wil staan als ik dood ben. Ik vulde hem meteen in en ergens voelde ik me een kleine wereldverbeteraar met dat gele pasje in mijn portemonnee. Zo'n gevoel van: oke, ik hebt gister de straatkrantverkoper uitgescholden, omdat hij me voor de zoveelste keer aan het uitkleden was met zijn ogen, maar ik ben wel donor en dus niet helemaal harteloos.

De identiteitscrisis waar ik als achttienjarige midden in zat ebde ook een beetje weg. Met een grote glimlach vulde ik mijn donorcodicil in. Ik mocht dan totaal in de war zijn wat betreft geaardheid, haarstijl, kledingstijl, vriendengroep, studie, baan en toekomstbeeld, ik was in ieder geval een goed mens. Iemand die anderen wilde helpen.

Dikke onzin, dat zie ik nu pas. Als donor worden er organen uit mij gehaald als ik doodga. Organen die mij in leven hielden en die dan iemand anders in leven zullen houden. Daar is niks heldhaftigs aan. Ik ben bij lange na geen wereldverbeteraar en dat pasje in mijn portemonnee gaat daar geen reet aan veranderen. Een goed mens hoop ik natuurlijk wel te zijn, maar dat heeft  niks te maken met het feit dat ze mijn nieren uit mijn lijf mogen halen als ik overlijd. Het is puur en alleen logica. De wetenschap is zo ver gekomen dat we organen kunnen transplanteren. Dat is bizar, dat is uniek, dat is iets waar je aan meewerkt. Je zorgt dat iemand weer een kans heeft op beter worden.

Momenteel word ik dan ook overspoeld door schuldgevoelens. Ik ben namelijk wel donor, maar heb geen toestemming gegeven mijn hoornvliezen, huid en vaten te gebruiken. Te achterlijk voor woorden, want wat heb ik er aan als ik dood ben? Daarbij heb ik prachtige hoornvliezen, ik zie er prima door. Als ik daar nou iemand mee kan helpen die slecht ziet, waarom niet?

En ik val met mijn neus in de boter, want het is donorweek. Als er al een goed moment is om mijn donorcodicil aan te passen, dan is het nu wel. Het zal vast een gedoe van jewelste zijn, maar ik ga het veranderen. Mijn huid is weliswaar verlept door acne en mijn vaten hoogstwaarschijnlijk bijna dichtgeslibt door de vette baklava, maar het gaat om het principe.

Toch wil ik wel een klein stapje richting wereldverbeteren doen en daarom hieronder een bericht voor de verdwaalde internetsurfer, anders kom je niet op deze site terecht, zonder geel pasje:

Noem drie goeie redenen waarom je geen donor bent. Als je het niet weet, vul dan gewoon een formulier in deze week. Want zoals ze dat in Rotterdam zo mooi zeggen:

't is een kleine kutmoeite (maar je redt er wel een leven mee)  




zondag 16 oktober 2011

MOB

Als medewerker in de horeca heb ik al heel wat genante terrasgesprekken meegemaakt. Wat er wel niet over tafel gaat als er alcohol in het spel is, is ongelooflijk.

Maar wat ik woensdag heb gehoord slaat werkelijk alles. Ik zat met Martijn op een terrasje. Het was avond, we zaten alleen en ik had hem min of meer gestrikt buiten te gaan zitten zodat ik kon roken. Na een uurtje komen er twee meisjes aan het tafeltje naast ons zitten. Ze zagen er een tikkie tokkie uit, maar ik beoordeel niemand op hun uiterlijk (HAHA tuurlijk) dus liet hun rustig zitten zonder er al te veel aandacht aan te besteden. In het begin merkte ik zelfs amper dat ze er zaten, maar op een gegeven moment hoorde ik ineens het woord clit. Dat was voor mij het moment om mijn oren te spitsen wat betreft de tokkietalk.

''Ja, maar bij San zittie hartstikke hoog he. Dus als zij zegmaar met een jongen als het ware ligt te seksen dan schuurt dat ding er dus een soort van langs.''
''Echt joh? Tjezus, dat wil ik ook.Veel beter. Bij mij zittie helemaal achterin erregens.''
''Bij mij ook hoor Je wil ni weten hoe lang ik em heb zitten zoeken. Maar Sannie niet hoor, bij haar zittie lekker hoog.''
''Dan voelt zij echt veel man. Dat is toch oneerlijk?''
''Ja, multiple orgasm bitch.''

MULTIPLE. ORGASM. BITCH. Als dat niet smeekt om een afkorting en een uitleg in de dikke van Dale dan weet ik het ook niet meer. Mob's. Klinkt helemaal niet smerig, is heel grappig en meteen een nieuw scheldwoord. Weer eens wat anders dan kutwijf, teringlijer, hoerenjong, sletje, takketrut, pijpgeit enz. Vuile mob dat je er zit. Kijk voor je joh vieze mob! Uiteraard ga ik me er hard voor maken dat mob met ingang van 2012 in alle woordenboeken is opgenomen, zowel nationaal als internationaal. En dan is er natuurlijk maar één ding dat ik kan zeggen:

Sannie, bedankt.

schortje

Koken. Ik kan het niet en vind het oninteressant. Als kleine Maya werd ik vooral de keuken uit gestuurd in plaats van dat ik een handje kwam helpen. De idyllische scenes uit films waar kinderen op een krukje naast hun moeder zitten en dingen aangeven, snijden of roeren zijn nooit een onderdeel van mijn leven geweest. Ik kan namelijk niet met mijn tengels van het eten afblijven. Ik moet mijn vinger in de saus duwen, een stuk paprika jatten, met een vork stukjes vlees uit de pan prikken en mijn moeder heeft daar een hekel aan. Best logisch. Ik zou ook uit mijn naadje schieten als ik voor de duizendste keer niet genoeg appeltaartdeeg heb, omdat een klein blond opdondertje de helft heeft opgegeten terwijl het in de koelkast stond.
Mijn handicap heeft me nooit echt in de weg gezeten. Ik sjeesde gewoon keihard de keuken uit als ik mijn moeder aan hoorde komen met een luid:  ''Maya, als je nou g*dverdomme niet die lepel uit de soeppan haalt dan..!'' Uiteindelijk stond er een kwartier later toch wel een dampend bordje op mijn schoot. Niks aan de hand.


Maar nu.. nu is het zwaar aan het worden. Doordat ik nooit iets heb gedaan in de keuken, kan ik dus echt niet koken. Niks. Noppes. Nada. En dat heeft het plaatje wat ik had van op mezelf wonen totaal aan diggelen geslagen. Ik had me bedacht achter het fornuis te staan met een half zonnetje wat vrolijk de pannetjes verlicht, opstijgende geuren die je hongerig maken en voedsel wat blij ligt te dobberen in een plasje olie of boter. De werkelijkheid is echter dat ik nu om half acht eens besluit te gaan koken, mijn koelkast open trek, me een luide KUUUUT ontsnapt en ik op mijn fiets spring om nog even snel boodschappen te doen. Eenmaal bij de Albert Heijn (veel te duur, maar wel lekker dichtbij) sta ik bij de groentenafdeling met een knorrende maag en een slecht humeur ontstaat er een discussie met mezelf.


Waar heb ik zin in? Wat is goed voor me? Heb ik al iets met vitamines op deze week? Zal ik ook chips meenemen voor vanavond? Niet aan denken Maya, je bent hier voor avondeten. Ohja, kut, sorry. Nou, groenten, pff.. witlof is goedkoop, die doen? Prima. Witlof dus. Met wat? Ehh. Vegetarische burger? Is wel duur. Ja, maar lekker. Dat is waar. Die dan. Maar met kaas, spinazie, tofu, kikkererwten, wortel of gemengde groenten? Wat een keuzes zeg, tjezus. Ik ga voor de kaas. Lekker. Zal ik straks baklava halen als toetje? Daar heb ik nou echt zin in. Hoeveel kleingeld heb ik nog? Als ik witlof koop en de vegetarische burger en ik moet nog aardappelen erbij halen natuurlijk, hoeveel ben ik dan kwijt? Te veel eigenlijk hè. Die vega burger is te duur. Kutvega's. Niet van vlees houden wordt door dit soort prijzen echt iets voor de elite. Dat is niet eerlijk. Studenten moeten toch ook vegetarisch kunnen zijn zonder dat ze gedwongen zijn te gaan lenen bij de IB groep. Oh DUO nu natuurlijk. Achterlijk gedoe vind ik dat. Ik noem het gewoon IB. Fuck it. Man, ik haat boodschappen doen. Maargoed. Ik gooi m'n haren los vanavond en neem gewoon die vega burger. En baklava. Bekijk het maar. Ik ga niet op een houtje bijten! En nu ga ik aardappelen pakken. Zo'n klein zakje die in verhouding veel duurder is dan een grote. Aardappelen eten is ook niet meer voor de student weggelegd. Wat leef ik toch in een stom land.


Uiteindelijk kom ik strontchagrijnig thuis. En dan moet het koken nog beginnen. Als ik dan tenminste nog de zekerheid had dat het boodschappen doen niet voor niks is geweest en dat mijn witlof straks daadwerkelijk gelukkig baantjes ligt te trekken in mijn pannetje, maar nee. De kans dat ik uiteindelijk baksteen harde aardappelen met een overgare vega burger en witlofpap aan het eten ben is veel groter.


Hoe komt het toch? Waarom heeft mijn moeder zoveel talent in de keuken? Ik wil uiteindelijk ook een moeder zijn die heerlijke maaltijden bereid. Geen moeder wiens kinderen bij wijze van kerstdiner elk jaar afhaalchinees krijgen. Ik heb mijn moeder daarom dit weekend bestudeert in de keuken en ik weet wat me te doen staat. Een schortje. Op de een of andere manier geeft dat je meteen het uiterlijk van een goeie kok en ik denk dat ik mezelf dan ook serieuzer neem. Misschien draag ik er zelfs een jurk tot op de knie en kleine hakjes onder. Terug naar de jaren '50. Het enige recht van een vrouw is het aanrecht. Buiten de keuken wil ik een geemancipeerde, zelfverzekerde, midden in het leven staande vrouw zijn, maar tussen die vier wandjes mag het best wat conservatiever.


Ik weet heus dat ik met een schort voor niet meteen de spruiten van de hemel kook, er is nog een lange weg te gaan, maar de eerste stap is dan in ieder geval gezet.


Op zoek naar een schortje dan maar.

vrijdag 30 september 2011

doe het voor ons

Lieve Mo of Abdul of Achmed,

ik woon nu bijna een maand in Utrecht, ken bijna niemand, maar jou wel. Hoe jij daar staat achter de toonbank met al je lekkers, ik krijg het niet van mijn netvlies. Je naait me soms door stiekem een euro boven op de prijs te gooien en denkt dan dat ik het niet doorheb. Een domme gedachte, want ik zie alles. Maar het maakt niet uit. Het maakt mij echt niet uit. Jij bent mijn eerste, echte Utrechtse vriend.

Ik heb alleen een heel klein puntje van kritiek. Ik hoef niet uit te leggen dat ik het ontzettend leuk vind om bij jou binnen te lopen, ik doe het zo'n drie, vier keer per week, dus als je nu nog niet weet dat ik graag bij je ben dan weet ik het niet meer. Maar een echte vriend zou me af en toe wegsturen. Mij tegen mezelf beschermen. Je weet namelijk heus wel waar dit heen gaat. En als ik straks met dichtgeslipte vaten en een buik tot op mijn knieen weer je zaak binnen strompel zal ik jou verantwoordelijk houden voor het feit dat je mijn kans op een huwelijk hebt verziekt. Als ik jou blijf zien kom ik namelijk nooit meer aan de vent, vrouw, labrador, goudvis, cactus waar ik ook op val. Sterker nog, als ik jou blijf zien is er een grote kans dat ik over een jaar mijn kamer uit getakeld moet worden. Ik hoef jou niet uit te leggen dat dat onze vriendschap ten gronde zal richten.

Ik vraag daarom vriendelijk of je mij af en toe niet de baklava mee wilt geven die ik aan je vraag. Ook al lig ik smekend en schuimbekkend over de grond te rollen, sla ik met mijn vuistjes woest op de grond terwijl ik als een bezetene schreeuw: IK WIL BAKLAVAAAAHAHAAHAAA! Geef het me niet. Zeg niet op vrolijke toon: hoefeel baklava mag het sijn mefrouw? Nee, zeg: lieve mevrouwtje, jij geen baklava meer krijgen dese week. Jij al tien bakjus gehaald, het isch genoeg! Zo zal je mijn kansen op een gelukkige toekomst niet verzieken, ervoor zorgen dat ik over vier jaar nog steeds de trap naar mijn kamertje op kan zonder te overlijden aan een hartaanval en kan onze vriendschap blijven bestaan.

Ik kan mezelf niet stoppen, dus vraag ik jou vriendelijk of jij het wilt doen. Hou een interfriendsie. Doe het voor mij, voor ons.

Alvast bedankt mijn vriend.


Meer dan vriendelijke groetjes,


het blondje die al jouw baklava opkoopt

maandag 26 september 2011

wordflirt

Het is de heroine voor de moderne smartphone bezitter: wordfeud. Ik heb het nu een week, twee dagen en drie uur en ik ben een junkie. De kick die ik krijg als er staat: Datblondje played HONDJE for 34 points. is onbeschrijfelijk.

Maar vandaag gebeurde er iets geks. Mijn random tegenspeler (ik heb nog maar heel weinig Wordfeud-vrienden) begon tegen me te praten via de chat. Ik ben niet zo'n chatter dus ik negeerde zijn vriendelijke ''succes'' en begon door een waanzinniggrandioos mooi woord neer te leggen. Hij vulde dat aan met het woord ''neuken''. Niks mis mee, ben ik hartstikke gek op, maar om dat nou zomaar neer te leggen. Ik schrok er gewoon een beetje van. Helemaal toen in het chatschermpje ''uuhh oeps ;)'' verscheen. Word ik nou gewoon ge-wordflirt?

Ik voelde me een beetje seksueel geintimideerd. Op zijn wordfeudfoto stond een baby, dus hij is hoogstwaarschijnlijk een vader. Of 2,5 jaar, maar dat lijkt me sterk. Wat ben je dan voor rare man? Bij gebrek aan andere wordfeudvrienden om mee te spelen besloot ik diep adem te halen en rustig legde ik het woord ''ex'' neer. (een woord waar ik sinds wordfeud diepe liefde voor koester. normaal hing er altijd zo'n negatieve sfeer omheen, maar hij is sowieso goed voor 9 of 10 punten en met dubbele letterwaarde gaan de punten helemaal het dak door, als je wordfeud een beetje serieus neemt moet je wel van ''ex'' houden) Typt mijn wordfeud aanrander: neuk-ex? :p. Ja, toen was de maat vol hè. Ik zit niet te wachten op debielen die het woord neuk zo vaak gebruiken in een chatbox. Sterker nog: ik zit helemaal niet te wachten op die chatbox! Ik wil gewoon moderne scrabble spelen met totale vreemden en heel hard van hun winnen. Ik heb toch geen wordfeud gedownload om vrienden te maken of digitale seksrelaties te beginnen? Leg je woord en houd je mond.

Aangezien ik nogal woest was besloot ik zijn aars te kicken. De wordfeud God (whoever he may be) hielp me daar een handje bij door precies de goeie letters te geven voor het woord ''verneukt''.  Dit haalde ten eerste het vieze van het woordje neuk en ten tweede rolde er tweeenzestig punten uit. TWEE-EN-ZESTIG! Bij het zien van dat puntenaantal was ik de digitale aanranding spontaan vergeten. Mijn feudbelager zei nog even: Dat kan ook. Maar hield daarna professioneel zijn mond.


Zoals wij echte wordfeuters dat doen.